Jan en Maya komen langs met Ruud en Bianca van Hemert. Mike serveert een heerlijke warme lunch. Ruud mag dan in NL wel bekend zijn als filmregisseur (van o.m. Schatjes, Mama is boos, Honneponnetje, Feestje, Ik ook op jou), hij is hier wereldberoemd als biologisch tuinder ! Hij brengt heerlijke groente uit eigen tuin mee. Jan S. is ook bezig aan zijn het overstap van tennisleraar naar groentekweker ! Ruud legt hem haarfijn uit hoe Jan moet zaaien. Ruud heeft net een nieuwe Nikon spiegelreflex, maar wil zonder gebruiksaanwijzing straks in Bali mooie foto´s maken ?! Jan C. legt hem wat kneepjes uit. .
Ruud schrijft al enkele jaren maandelijks een colum onder de titel Contactos Humanos (intermenselijke verhoudingen) voor het blad Temperament over zijn leven hier in Zuid Spanje. Een van zijn verhalen - over zijn eigen bruiloft - is te mooi om hieronder niet op te nemen . Lees en geniet, je zou er zo een Fellinnini film van kunnen maken !
Contactos humanos (zondvloed)13
Wij zijn op aarde om te lijden. De schaarse gelukzalige momenten die wij mogen beleven, worden alras getorpedeerd door deze of gene uit de Hollandse Filmbusiness of door morsige bureaucratische instanties. Zo zegeviert het onrecht dat het hier NOOIT regent waar het in Holland ALTIJD plenst. Dat maakt enerzijds de Hollander chagrijnig, anderzijds mij ook, omdat ik mijn leven afhankelijk gesteld heb van water. Mijn dakgoten moeten mijn waterbassins vullen, die weer gekoppeld zijn aan de beregeningsinstallatie voor mijn groentetuin. Als het nooit regent hebben we ook geen water om ons te wassen, de was te doen of te drinken. Voor het eerst dit jaar was ik genoodzaakt water te kopen. Twee tankwagens moesten mijn aljibes vullen: kosten 220 euro. Na drie weken waren ze weer leeg. Als het in heel Spanje regent, schijnt alleen in ons dorp de zon. Dat knusse, lieve dorpje leek ons dan ook een geschiktere locatie voor onze bruiloft dan het saaie ayuntamiento waar je met hele hordes tegelijk in het huwelijk treedt en waarvan je al bij voorbaat ziet dat zeker de helft elkaar binnen het jaar naar een blijf van mijn lijf instantie schopt. Op het bloemrijke, romantische pleintje was ruimte genoeg om alle overgevlogen vrienden en familie zonnig te ontvangen met een glaasje manzanilla om daarna te genieten van de zonnige huwelijksplechtigheid in 2 talen, het flamenco-optreden en het Spaanse liefdesgedicht dat ik moeizaam had ingestudeerd. Na drie maanden hectische voorbereidingen voor de bruiloft, de exuberante maaltijd op het strand met alle genodigden en het feest in ons huis is het eindelijk zo ver. Mijn aanstaande hijst zich na een streng regiem in haar strakke bruidsjurk. Zij zal geheel in stijl worden opgehaald door een met bloemen versierde karos met twee paarden en een echtpaar in Andalusische klederdracht. Maar… het miezert een beetje, ik denk positief goed voor mijn groentetuin, maar dan regent het en even later dondert en dendert het uit de inktzwarte hemel en de koets komt niet. Dan maar vooruit met de auto, want alle gasten staan al te wachten. Een paraplu heb ik niet, want het regent hier nooit. Al van verre zie ik ongeveer 400 paraplus en een opgepropte menigte die uiteraard niet op het pleintje staat maar binnen. De beheerder van het restaurant dat de dranken en de stoelen verzorgde, had in allerijl de hele handel naar binnen gesleept en liefdevol van zijn interieur een soort kerkambiance gewrocht, waar het in elk geval droog is. Mijn redelijk blote, doorweekte aanstaande schrijdt met haar dochter onder een geleende paraplu onder daverend applaus binnen. De beambte van de inzegening, waar wij alles tot in den treure mee hadden doorgenomen, is niet verschenen; niet omdat zij geen paraplu had, maar omdat zij de vorige dag is geopereerd. Een mij onbekende gemeenteman neemt het echter van haar over. Terwijl de neerkletterende regen de geïmproviseerde ceremonie bijna overstemt, maakt die toch veel indruk, vooral op ons. Eigenlijk is het door deze buitenissige omstandigheden onvergetelijk, wie bedenkt zoiets. Het is net een film, hoor ik menigeen zeggen, zo onwerkelijk, wat een vondst van regisseur God. Ook de lange gedekte tafels op het strand zijn naar binnen gevlucht. Het krakkemikkerige dak van het visrestaurant is niet op deze zondvloed berekend: druppels of stroompjes regen kletteren neer op onze borden vis. Daarna slaat het noodlot Lohengrinachtig verder toe, want onheilsberichten bereiken ons dat onze voorheen droge rivier, de enige toegangsweg tot ons huis, niet alleen onder water staat, maar is veranderd in een heuse rivier. Ik kan het niet geloven, want zo lang wij hier wonen hebben wij er nog nooit water in gezien. Met een vriend die in het bezit is van het enige voertuig dat er nog door schijnt te kunnen, en dat het midden houdt tussen een soort legertruck geschikt voor kamikazedoeleinden en een hoog op de poten staande vrachtwagen, dalen wij, het nieuwbakken, hulpeloze, gedesillusioneerde echtpaar, af naar de plek des onheils. En dan zien we het… Water bezit een oerkracht waar niets tegen bestand is. Het is of een hele stuwdam in ene is bezweken. Hevig kolkende watermassa’s, modderbruin, denderen door onze toegangsweg, diepe geulen uitslijtend, rotsblokken, kisten en alles wat er aan rotzooi was gedumpt, meesleurend. Ons huwelijksfeest gaat niet door: de flamencogroep zeg ik af , het vuurwerk is doordrenkt, de gehuurde tafels en stoelen staan triest te verregenen in de reflex van de doelloos heen en weer deinende feestverlichting. Er is voldoende drank en barbecuevlees om nog iets te vieren, maar als apotheose voor deze dag ontploft de motor van de truck, en gaat het enige voertuig dat ons uit ons isolement kan verlossen, in vlammen op. Tja, we zijn gelukkig, maar we hebben er veel voor moeten lijden.
Wij zijn op aarde om te lijden. De schaarse gelukzalige momenten die wij mogen beleven, worden alras getorpedeerd door deze of gene uit de Hollandse Filmbusiness of door morsige bureaucratische instanties. Zo zegeviert het onrecht dat het hier NOOIT regent waar het in Holland ALTIJD plenst. Dat maakt enerzijds de Hollander chagrijnig, anderzijds mij ook, omdat ik mijn leven afhankelijk gesteld heb van water. Mijn dakgoten moeten mijn waterbassins vullen, die weer gekoppeld zijn aan de beregeningsinstallatie voor mijn groentetuin. Als het nooit regent hebben we ook geen water om ons te wassen, de was te doen of te drinken. Voor het eerst dit jaar was ik genoodzaakt water te kopen. Twee tankwagens moesten mijn aljibes vullen: kosten 220 euro. Na drie weken waren ze weer leeg. Als het in heel Spanje regent, schijnt alleen in ons dorp de zon. Dat knusse, lieve dorpje leek ons dan ook een geschiktere locatie voor onze bruiloft dan het saaie ayuntamiento waar je met hele hordes tegelijk in het huwelijk treedt en waarvan je al bij voorbaat ziet dat zeker de helft elkaar binnen het jaar naar een blijf van mijn lijf instantie schopt. Op het bloemrijke, romantische pleintje was ruimte genoeg om alle overgevlogen vrienden en familie zonnig te ontvangen met een glaasje manzanilla om daarna te genieten van de zonnige huwelijksplechtigheid in 2 talen, het flamenco-optreden en het Spaanse liefdesgedicht dat ik moeizaam had ingestudeerd. Na drie maanden hectische voorbereidingen voor de bruiloft, de exuberante maaltijd op het strand met alle genodigden en het feest in ons huis is het eindelijk zo ver. Mijn aanstaande hijst zich na een streng regiem in haar strakke bruidsjurk. Zij zal geheel in stijl worden opgehaald door een met bloemen versierde karos met twee paarden en een echtpaar in Andalusische klederdracht. Maar… het miezert een beetje, ik denk positief goed voor mijn groentetuin, maar dan regent het en even later dondert en dendert het uit de inktzwarte hemel en de koets komt niet. Dan maar vooruit met de auto, want alle gasten staan al te wachten. Een paraplu heb ik niet, want het regent hier nooit. Al van verre zie ik ongeveer 400 paraplus en een opgepropte menigte die uiteraard niet op het pleintje staat maar binnen. De beheerder van het restaurant dat de dranken en de stoelen verzorgde, had in allerijl de hele handel naar binnen gesleept en liefdevol van zijn interieur een soort kerkambiance gewrocht, waar het in elk geval droog is. Mijn redelijk blote, doorweekte aanstaande schrijdt met haar dochter onder een geleende paraplu onder daverend applaus binnen. De beambte van de inzegening, waar wij alles tot in den treure mee hadden doorgenomen, is niet verschenen; niet omdat zij geen paraplu had, maar omdat zij de vorige dag is geopereerd. Een mij onbekende gemeenteman neemt het echter van haar over. Terwijl de neerkletterende regen de geïmproviseerde ceremonie bijna overstemt, maakt die toch veel indruk, vooral op ons. Eigenlijk is het door deze buitenissige omstandigheden onvergetelijk, wie bedenkt zoiets. Het is net een film, hoor ik menigeen zeggen, zo onwerkelijk, wat een vondst van regisseur God. Ook de lange gedekte tafels op het strand zijn naar binnen gevlucht. Het krakkemikkerige dak van het visrestaurant is niet op deze zondvloed berekend: druppels of stroompjes regen kletteren neer op onze borden vis. Daarna slaat het noodlot Lohengrinachtig verder toe, want onheilsberichten bereiken ons dat onze voorheen droge rivier, de enige toegangsweg tot ons huis, niet alleen onder water staat, maar is veranderd in een heuse rivier. Ik kan het niet geloven, want zo lang wij hier wonen hebben wij er nog nooit water in gezien. Met een vriend die in het bezit is van het enige voertuig dat er nog door schijnt te kunnen, en dat het midden houdt tussen een soort legertruck geschikt voor kamikazedoeleinden en een hoog op de poten staande vrachtwagen, dalen wij, het nieuwbakken, hulpeloze, gedesillusioneerde echtpaar, af naar de plek des onheils. En dan zien we het… Water bezit een oerkracht waar niets tegen bestand is. Het is of een hele stuwdam in ene is bezweken. Hevig kolkende watermassa’s, modderbruin, denderen door onze toegangsweg, diepe geulen uitslijtend, rotsblokken, kisten en alles wat er aan rotzooi was gedumpt, meesleurend. Ons huwelijksfeest gaat niet door: de flamencogroep zeg ik af , het vuurwerk is doordrenkt, de gehuurde tafels en stoelen staan triest te verregenen in de reflex van de doelloos heen en weer deinende feestverlichting. Er is voldoende drank en barbecuevlees om nog iets te vieren, maar als apotheose voor deze dag ontploft de motor van de truck, en gaat het enige voertuig dat ons uit ons isolement kan verlossen, in vlammen op. Tja, we zijn gelukkig, maar we hebben er veel voor moeten lijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten