Het is donderdag 15 oktober, rond 10 uur ´s morgens halen we in Torrox Paul en Dennis op. Behalve onze rugzakken zit de auto boordevol met proviand en drankjes. Het koelkastje aan boord zorgt ervoor, dat de Mahou biertjes tot in de Sahara koel blijven.
Via de tolweg A-7 rijden we snel naar Algeciras. Daar nemen we de ferry van Balearia naar Tanger. Voordat we aan boord gaan passeren we de Spaanse douane, eitje. Daarna is het een vrolijke chaos. Er zijn wel 4 schepen die op punt staan af te varen, maar alle auto`s worden op één en dezelfde parkeerplaats gezet. We zijn anders gewend met de ferries in Canada. Paul en Dennis idem dito v.w.b. Australie en Nieuw Zeeland. Niemand weet iets, we hebben alleen een sticker Tanger op de voorruit. Er staan opvallend veel Mercedessen (een Marrokaan heeft het pas gemaakt als ie in zo´n auto rijdt), maar ook gammele bakken met veel, heel veel bagage op het dak. Zelfs een Nederlandse ambulance wordt met invoernummerplaten Afrika ingevaren.



Dan begint de kermis waar we tot dusver alleen over hadden gelezen : het passeren van de douane van Marokko. Lees voor je ooit naar dit land gaat het boek `Marokkaans voor beginners` van Volkskrant-columnist Kees Beekmans, je bent dan behoorlijk voorbereid. De vraag is nu steeds : aan wie moet je hoeveel smeergeld geven om haast te maken met de inklaring van ons en de auto. En, wanneer is het omkoping van een ambtenaar in funktie en dreig je in een Marokkaanse cel te belanden ? Met enige taktiek, veel geduld en geloop van loket naar loket lukt het met betaling van een 20 euro-biljet in een paspoort en 2 euro voor een loopjongen na ruim een uur het land heelhuids in te komen. Eenmaal de haven uit heb ik nog wel steeds de neiging bezorgd in mijn achteruitkijkspiegel te kijken....
TomTom heeft Marokko niet in zijn softwarepakket, dus Dennis heeft (voor de hele reis trouwens, muchas gracias beste vriend) via Google routekaarten gemaakt. Snel komen we dus pal voor de ingang van ons hotel Rembrandt aan de Avenue Pasteur. De auto wordt buiten 24 uur bewaakt door een zgn. `gardien`, we betalen hem daar de volgende morgen 20 dirham voor (dat is nog geen 2 euro, dus veeeel goedkoper dan Amsterdam). Het hotel is netjes maar wel vergane glorie. Volop bezet, want er is een meerdaags internationaal filmfestival. De voorkant ziet er stedelijk uit, de achterkant oogt beter.


Alhoewel Tanger een zeer internationaal karakter zegt te hebben, is het toch een duidelijk islamitische stad. Ook in de voormalige Franse wijk. In de theehuizen, restaurants en op de terrassen zitten alleen mannen. We vinden toch snel een aardig terras waar ook Mike kan zitten. Daarna gaan we de kasbah in. Ja, ja dit is de cultuurshock die we hadden verwacht. Niks, Spanje, niks Andalucía met zijn Moorse invloeden. `This is Africa, man`. We zetten onze horloges 2 uur terug.


Even later lopen we op de Boulevard Mohammed VI, langs Hotel Cecil waar we in 1972 (toen heette het Boulevard Hassan II) twee weken hebben gelogeerd. OK, het gebouw staat er nog..., maar duidelijk niet meer in gebruik. Het is nu gezellig, in 1972 na twee mislukte staatsgrepen was het zeer unheimisch met veel gewapende miltairen op straat.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten